Het ministerie van Volkshuisvesting publiceert “Het programma Betaalbaar Wonen”
Met het programma Betaalbaar wonen gaat het ministerie er voor zorgen dat meer mensen met een middeninkomen een betaalbare woning kunnen vinden. Dat doen ze door regulering van de middenhuur en het verbeteren van de positie van koopstarters.
Te hoge woonlasten van mensen met een laag inkomen aanpakken, met een een verantwoord huurbeleid en hervorming van de huurtoeslag
Een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de betaalbaarheid van de woonlasten is het bouwen van voldoende betaalbare woningen. Men streeft ernaar dat ten minste twee derde van de nieuwbouwwoningen betaalbare woningen worden.
Met gemeenten, provincies, huurders en corporaties worden afdwingbare prestatieafspraken gemaakt om tot het benodigde type en aantal woningen te komen.
Hierbij hebben we specifiek oog voor dat er voldoende woningen voor mensen met een middeninkomen worden gebouwd. Van de 900.000 woningen die tot 2030 gebouwd moeten worden, moet circa 40 procent betaalbare koop en middenhuur zijn. Met Aedes en de Woonbond maken we afspraken in een sociaal huurakkoord over de huurprijsontwikkeling en het huurbeleid.
In het rapport wordt vermeld dat stijgende prijzen afgelopen jaren, leiden tot meer ongelijke kansen om een passende woning te vinden.
Om ervoor te zorgen dat mensen een betaalbare en passende woning kunnen krijgen moeten er in de eerste plaats voldoende passende woningen zijn. Volgens de prognose uit 2021 loopt het woningtekort eerst nog op richting de 3,9% in 2024 (317.000 woningen).
De komende jaren worden er veel extra woningen bij gebouwd om woningtekort terug te dringen tot een gezond evenwicht. De oorzaken en de aanpak om het woningtekort terug te dringen staan beschreven in het programma woningbouw.
De woningen passen qua type, locatie en kwaliteit ook niet meer goed bij de behoefte van mensen omdat de samenstelling van de bevolking is veranderd. Zo zijn er nu meer kleinere huishoudens en zijn er relatief meer ouderen. Doordat er niet genoeg geschikte woningen zijn voor ouderen en doordat ouderen minder geneigd zijn om te verhuizen komen er ook voor anderen minder geschikte woningen vrij. Dit vraagstuk over meer passende woningen voor ouderen komt terug in het programma Wonen en zorg voor ouderen.
Door het tekort aan woningen in combinatie met de economische groei en de daling van de rente zijn de prijzen van koopwoningen sterk gestegen. Sinds het dieptepunt in de huizenprijzen in 2013 zijn de
huizenprijzen bijna verdubbeld. De maximaal toegestane hypotheek (op basis van het huishoudinkomen) is in deze periode ook gestegen, zij het minder sterk. Door de gedaalde hypotheekrente van gemiddeld 5% naar 1,5% (eind 2021), nam de maximale leencapaciteit voor consumenten met ongeveer 15% toe.
Ook de stijging van het bruto-inkomen sinds 2013 met ongeveer 10-15% heeft geleid tot een hogere leencapaciteit.
Stijgende prijzen maakt het voor mensen moeilijker om een passende betaalbare woning te vinden. Daarbij zijn de verschillen in kansen tussen mensen toegenomen. Mensen die al een eigen woning hebben kunnen bij verhuizing namelijk gebruik maken van de overwaarde die ontstaat doordat de prijzen zijn gestegen. Mensen zonder eigen woning die op zoek zijn naar een andere woning staan daarmee op achterstand ten opzichte van mensen die al een woning hebben. Daarnaast heeft de coronacrisis de verschillen in kansen beïnvloed. Enerzijds hebben veel mensen extra gespaard en dit geld ingezet om hun behoefte aan extra woonruimte. Anderzijds is er een grote groep mensen die inkomen heeft verloren en op zoek moet naar een woning op een andere locatie doordat ze hun baan zijn kwijtgeraakt.
Voor mensen met een middeninkomen is het zonder eigen middelen steeds moeilijker geworden om een betaalbare koopwoning te vinden. Bij een hypotheekrente van 2,5% kan een alleenstaande met een modaal inkomen van €38.000 zonder de inbreng van eigen geld een maximale hypotheek krijgen van ca. €168.000. Voor tweeverdieners met beiden een modaal salaris is de maximale hypotheek zonder inbreng van eigen geld ca. €385.000. De gemiddelde verkoopprijs is inmiddels gestegen naar boven de 400.000 euro. Uit de hypotheekdata zien we dat starters die succesvol zijn in het verkrijgen van een woning steeds meer eigen geld inleggen2. Omdat het aantal beschikbare woningen voor koopstarters beperkt is, blijven mensen eerder in sociale huurwoningen, middenhuur woningen of studentenkamers wonen. Deze woningen en kamers komen niet meer vrij voor degenen voor wie ze bedoeld zijn.
Van een nationaal koopfonds is op moment van publicatie nog geen sprake.
Download hier her rapport, of ga naar de website van het ministerie
https://www.volkshuisvestingnederland.nl/onderwerpen/programma-betaalbaar-wonen

Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen: Eind 2024 van start?
Vanaf eind 2024 krijgen starters met een middeninkomen betere mogelijkheden om een nieuwbouwwoning te kopen dankzij het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. Met een vermogen